Nieuws

Huurder faciliteert prostitutie in woning, toch geen ontbinding huurovereenkomst

Wie zijn huurwoning in gebruik geeft voor prostitutieactiviteiten, kan door de verhuurder op straat worden gezet. Toch oordeelde de kantonrechter in deze zaak dat de huurder er mag blijven wonen.

Als gemeentelijke toezichthouders een ‘verdachte’ advertentie zien op een bepaalde website, gaan ze samen met de politie een adres controleren. Ze treffen een buitenlandse vrouw aan die er als prostituee werkt. Volgens de woonstichting verhuurt de huurder deze sociale huurwoning onder, en zij vordert bij de kantonrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant) ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.

Op de kat passen

De huurder betwist dat zij de woning in gebruik heeft gegeven voor prostitutieactiviteiten. Zij verbleef tijdelijk in het buitenland en via via vond ze iemand die op haar kat kon passen. De huurder heeft deze persoon niet ontmoet, zij was toen al op vakantie. Ze stelt dat zij lijdt aan psychische problematiek en dat ze veel baat heeft bij begeleiding, wat alleen efficiënt kan als zij een stabiele woonsituatie heeft. Daarnaast komt haar zoon van 13 regelmatig bij haar logeren.

Tekortkoming

Het feit dat de vrouw haar sleutel aan een ander geeft – om op haar huis en de kat te passen – levert nog geen tekortkoming van de huurovereenkomst op. Beslissend is of de vrouw zich als een goed huurder heeft gedragen. Bijvoorbeeld: wist zij van de prostitutie? Greep ze toen in? Onduidelijk is of de vrouw daarvan wist. Maar het onvoldoende toezicht houden op de woning is wel een tekortkoming. Ze gaf immers de sleutel aan iemand die zij niet kende, waarna diegene de woning heeft gebruikt voor prostitutieactiviteiten. Zij was geen ‘goed huurder’. In principe is deze tekortkoming voldoende voor de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Het laten plaatsvinden van illegale prostitutie in een sociale huurwoning is geen geringe tekortkoming. Prostitutie kan leiden tot overlast voor de leefomgeving, een woonstichting moet ook waken voor de leefbaarheid van de wijken waarin haar woningen liggen.

Belang van het kind

Toch is de kantonrechter soepel. Ontbinding van het huurcontract en ontruiming van de woning hebben negatieve gevolgen voor de huurder en haar zoon. Die woont bij zijn vader, maar komt steeds vaker bij zijn moeder logeren. Belangen van het kind wegen zwaar mee in de afweging of het huis moet worden ontruimd. Ook de psychische problematiek van de vrouw speelt mee. Zij heeft een licht verstandelijke beperking. Een stabiele woonsituatie is belangrijk voor de begeleiding die ze nodig heeft. Als zij dakloos zou raken, zou ze zelfs haar baan kunnen verliezen. De huurder heeft, zo ziet de kantonrechter, haar leven nu behoorlijk op de rit en dus een groot belang bij het behoud van haar woning. De huurovereenkomst wordt niet ontbonden.

ECLI:NL:RBZWB:2024:4207

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2024:4207 10843091 \ CV EXPL 23-5200 (E) | 19-06-2024

Terug