Nieuws

​​​​​​​Verhuurder mag waarborgsom niet verrekenen met schade 

Een stel huurt een woning. Voor aanvang van de huur betalen zij de verhuurder een waarborgsom. Als ze die na afloop van de huurperiode niet terugkrijgen, wenden ze zich met succes tot de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland.

Voor aanvang van de huur betalen de huurders een waarborgsom van ongeveer € 4.500 aan de verhuurder. Na afloop van de huurperiode willen zij dat geld terug. De verhuurder weigert dit terug te betalen, omdat er volgens hem tijdens de huur schade is ontstaan aan de woning. Daarvoor zouden de huurders aansprakelijk zijn. De schade moet volgens hem worden verrekend met de waarborgsom.

Waarborgsom

Uitgangspunt is dat een waarborgsom aan het einde van de huur aan de huurder wordt terugbetaald. Dat is alleen anders, zoals ook is vastgelegd in de huurovereenkomst tussen deze partijen, als de verhuurder een beroep kan doen op verrekening van de waarborgsom met een (tegen)vordering die hij heeft op de huurder. Daarvoor moet de verhuurder wel aantonen dat sprake is van schade die is ontstaan door de huurder tijdens de huurperiode.

Schade

Deze huurders hebben toegegeven dat tijdens de huurperiode schade is ontstaan aan het stucwerk van de open haard. Om die reden hebben zij de vordering tot terugbetaling van de waarborgsom al met € 100 verlaagd. De verhuurder stelt echter dat hij de volledige waarborgsom niet hoeft terug te betalen, omdat er meer schade is dan alleen aan de open haard. 

Tuinonderhoud

Zo is volgens de verhuurder de tuin nooit onderhouden. Hij heeft iemand moeten inschakelen om deze weer in orde te maken, met alle kosten van dien. Dit achterstallige onderhoud blijkt volgens hem uit door hem overgelegde foto’s van voor en na de huurperiode. De kantonrechter oordeelt dat op basis daarvan onvoldoende vast staat dat sprake was van achterstallig onderhoud. Op de foto's is nauwelijks verschil te zien tussen de tuin voor en na de huurperiode. Daarnaast ziet de factuur van het tuinbedrijf die de verhuurder overlegt ter onderbouwing van zijn standpunt op werkzaamheden die geen verband houden met het tuinonderhoud.

Schoonmaak

De verhuurder stelt verder nog dat het huis niet goed is schoongehouden tijdens de huurperiode en dat hij daardoor kosten moest maken. De kantonrechter ziet op de overgelegde foto’s echter niets waaruit dat blijkt. Hooguit zijn enkele gebruikssporen te zien. Wel toont één foto een vieze douchecabine, maar voor de kantonrechter is niet duidelijk dat de huurders daarvoor verantwoordelijk zijn. Zij betwisten dat zij de cabine zo hebben achtergelaten. Volgens hen is de viezigheid ontstaan doordat de verhuurder na de huurperiode is gaan klussen aan de woning, voor de verkoop. Omdat de verhuurder verder niet kan aantonen dat de huurders de douchecabine in slechte staat hebben achtergelaten, is de kantonrechter er niet van overtuigd dat deze er bij de oplevering uitzag zoals op de foto.

Vochtschade

Tot slot stelt de verhuurder dat hij kosten heeft moeten maken om de muren opnieuw te schilderen. Volgens hem is dit omdat tijdens de huur vochtschade is ontstaan, doordat de huurders de cv en de vloerverwarming in de kelder hebben uitgezet, de radiatoren hebben afgeplakt en onvoldoende hebben geventileerd. De huurders hebben echter met onder meer facturen en WhatsAppberichten aangetoond dat de vochtschade komt door diverse gebreken aan het huis, zoals een geblokkeerde afvoer van de verwarming. De kantonrechter ziet dan ook geen reden om de schade die samenhangt met vochtproblemen voor rekening van de huurders te laten komen.

Terugbetalen

Het staat voor de kantonrechter kortom niet vast dat de huurders aansprakelijk zijn voor de schade aan de woning. De verhuurder moet de waarborgsom – minus de kosten voor de schade aan de open haard – aan de huurders terugbetalen.

ECLI:NL:RBMNE:2024:6346

Bron: Rechtbank Midden-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:6346 | 20-11-2024

Terug