Nieuws

Opgelopen huurachterstand failliete man leidt tot ontbinding huurovereenkomst

Een man woont met zijn partner en kind in een huurwoning van een woningcorporatie. De man heeft een fikse huurachterstand. Omdat de man failliet is, vordert de woningcorporatie de achterstallige huur van de curator. Ook wil de woningcorporatie dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.

Bij aanvang van deze zaak voor de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam bedroeg de huurachterstand van de man bijna vier maanden. Op het moment van deze uitspraak – een jaar later – bedroeg de achterstand ruim zes maanden. Dat terwijl de curator tijdens een tussentijdse behandeling ter zitting heeft toegezegd dat de lopende huur zou worden betaald en de achterstand dus niet zou oplopen. Nu dat wel is gebeurd ontbindt de kantonrechter de huurovereenkomst. 

Ontbinding

Een huurder is verplicht om de huur op tijd te betalen. Bij een huurachterstand kan de huurovereenkomst worden ontbonden. De kantonrechter wijst een verzoek tot ontbinding alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Meestal zal een achterstand van meer dan drie maanden genoeg zijn, maar de kantonrechter moet alle omstandigheden afwegen. Van belang is bijvoorbeeld ook of de huur weer wordt betaald en of de achterstand (deels) is ingelopen.

Oplopen

In deze zaak is de huurachterstand tijdens de procedure verder opgelopen van vier naar zes maanden. De persoonlijke en financiële omstandigheden van de man die tot de huurachterstand hebben geleid kunnen volgens de kantonrechter niet aan de woningcorporatie worden tegengeworpen. Deze omstandigheden – die in de uitspraak niet verder worden benoemd – betekenen namelijk niet dat er geen huur hoeft te worden betaald. Ze zijn ook geen reden om de huurovereenkomst niet te ontbinden.

Toezegging

De kantonrechter hecht veel waarde aan het feit dat de curator en de man tijdens de zitting hebben toegezegd dat de lopende huur zou worden betaald en dat dit niet is gebeurd. Waarom deze toezegging niet is nagekomen is niet duidelijk, ook omdat de man en de curator ter zitting hebben gezegd dat er voldoende financiële middelen zijn om de lopende huur te kunnen betalen.

Minderjarige

Volgens de kantonrechter kan onder deze omstandigheden niet van de woningcorporatie worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt voortgezet. De gevraagde ontbinding wordt dus toegewezen en de woning moet binnen veertien dagen worden ontruimd. Daarbij heeft de kantonrechter ook gekeken naar de belangen van het minderjarige kind dat in de woning woont. De enkele aanwezigheid van het kind kan volgens de kantonrechter in dit geval niet in de weg staan aan een ontruiming, omdat niet is gebleken dat de ontruiming tot een (acute) noodsituatie voor het kind zal leiden. 

ECLI:NL:RBROT:2025:4429

Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2025:4429 | 11-04-2025

Terug