Nieuws

Lid VvE moet meewerken aan verduurzaming en overlast stoppen

In dit kort geding dwingt de rechtbank een eigenaar van een appartement mee te werken aan een door de VvE vastgesteld verduurzamingsproject én om haar gedrag richting medebewoners te veranderen. Dit alles onder dreiging van een dwangsom.

In deze zaak staat een appartementsgebouw centraal waarvan de Vereniging van Eigenaren (VvE) heeft besloten tot een grootschalig verduurzamingstraject. Hierbij worden onder meer kozijnen vervangen en het buitenaanzicht vernieuwd. De besluiten zijn rechtsgeldig genomen in meerdere vergaderingen, waarbij alle leden inspraak hebben gehad. Niemand heeft zich verzet tegen de besluiten.

Te laat

Eén van de eigenaren is het toch niet eens met de plannen. Pas maanden later geeft zij per e-mail aan niet te willen meewerken. Daarmee is zij te laat: de besluiten staan vast en binden alle eigenaren. De voorzieningenrechter (rechtbank Noord-Holland) benadrukt dat deze bewoner dus verplicht is toegang te geven voor de werkzaamheden en zich moet houden aan de planning die de VvE opstelt. Doet zij dat niet, dan volgt een dwangsom.

Overlast

Naast de weigering tot medewerking speelt nog een tweede probleem: overlast. Verschillende bewoners verklaren dat de eigenaresse zich agressief, intimiderend en dreigend opstelt. De rechter noemt dit ‘asociaal gedrag’ en benadrukt dat wonen in een appartementencomplex betekent dat je rekening houdt met anderen. Om dit te waarborgen verbiedt de voorzieningenrechter de vrouw zich agressief, dreigend of op een andere manier asociaal uit te laten. Bij elke overtreding riskeert de eigenaresse een dwangsom.

Achterstand

Ook de maandelijkse VvE-bijdragen vormen een terugkerend discussiepunt. Hoewel de achterstand inmiddels is ingelopen, betaalt de eigenaresse structureel te laat of op zelfgekozen momenten. Dat zorgt voor extra werk en irritatie binnen de VvE. De rechter bepaalt daarom dat de vrouw voortaan verplicht is uiterlijk op de eerste van de maand te betalen. Doet ze dat niet, dan volgt ook daarvoor een dwangsom.

ECLI:NL:RBNHO:2025:12694

Bron: Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2025:12694 | 03-11-2025

Terug